Een (gepeperde) korte geschiedenis

Peper is altijd al een kostbare en gewaardeerde grondstof geweest. Het staat zelfs in documenten uit het Oude Egypte beschreven en dankzij de Arabische zeehandelaars en de zijderoute werd het een veelgebruikte smaakmaker in het Romeinse Rijk.

Naast zijn belang in de keuken (in de middeleeuwen werd het gebruikt om vlees te bewaren en een vieze smaak te verdoezelen!) en zijn medische toepassingen werd peper een tijdlang als betrouwbaarder betaalmiddel beschouwd dan goud of zilver. Het was letterlijk zijn gewicht in goud waard. Dit "zwarte goud", zoals het vaak werd genoemd, werd een legaal betaalmiddel. Mensen betaalden hun belastingen, heffingen, huur en zelfs bruidsschat in peper.

Vandaag wordt peper nog steeds naar de hele wereld geëxporteerd. Toch wordt het nog steeds maar in een handvol landen geteeld en geoogst, waaronder India, Indonesië en Brazilië. Wij beginnen onze reis in Kerala, in het zuiden van India. De thuisbasis van de beste zwarte peper van de wereld: Tellicherry.